De Voorjaarsnota bevat een update van de begroting voor 2022 en de plannen voor 2023 en verder. Voorgesteld wordt om de fiscale lasten met name rond box 2 en box 3 te verzwaren. Wat zijn de plannen?

Voorjaarsnota: beperking van de eerste tariefschijf VPB
Voor de vennootschapsbelasting wordt vanaf 2023 de eerste belastingschijf flink ingekort. Een BV betaalt nu nog over de eerste € 395.000 winst een tarief van 15%. Vanaf 2023 wordt die grens verlaagd naar € 200.000. Dit voorstel staat in de Voorjaarsnota.

Vooral voor het mkb is het tarief van de eerste schijf in de vennootschapsbelasting van belang. De eerste schijf was dit jaar verhoogd van € 245.000 naar € 395.000. Het voorstel betekent dat over de winst vanaf € 200.000 voortaan 25,8% belasting moet worden betaald. Voor de winst tussen € 200.000 en € 395.000 betekent dat dus een verhoging van het tarief met maar liefst 10,8%.

Box 3: terugdraaien verhoging heffingsvrij vermogen
In het coalitieakkoord is een maatregel opgenomen om het heffingsvrij vermogen in box 3 in drie stappen te verhogen van € 50.650 naar uiteindelijk circa € 80.000. Deze verhoging wordt teruggedraaid.

Inkomstenbelasting box 2, wordt verdeeld in 2 tarieven.
Een directeur groot aandeelhouder (dga) van een BV heeft de mogelijkheid om naast zijn salaris een dividend aan privé uit te keren. Deze inkomsten worden belast in box 2. Het tarief in box 2 bedraagt nu 26,9%. Het kabinet heeft voorgesteld om vanaf 2024 het tarief te splitsen in een laag en hoog tarief. Het lage tarief is 26% voor inkomsten tot € 67.000 en het hoge tarief is 29,5% over het meerdere. Dit betekent dus een verlaging van het tarief met 0,9% respectievelijk een verhoging met 2,6%.

Let op: Bij een dividenduitkering tot € 67.000 is het voordeliger in 2024. Wanneer de dividenduitkering hoger is, dan wordt het nadeliger.

Box 2: doelmatigheidsmarge van 25% naar 15%
De doelmatigheidsmarge heeft tot gevolg dat het loon voor de directeur-grootaandeelhouder (DGA) 25 procent lager gesteld mag worden dan het loon dat normaal is voor het niveau en de duur van de arbeid van de DGA. Deze marge wordt verlaagd naar 15%, waardoor DGA’s meer belasting in box 1 gaan betalen. In latere jaren daalt deze opbrengst, doordat het hogere loon leidt tot een kleinere fiscale claim in box 2.

Box 2 en 3: Afbouw algemene heffingskorting met verzamelinkomen
Naast het box 1-inkomen gaat ook het inkomen uit box 2 en 3 meetellen voor de afbouw van de algemene heffingskorting. Hierdoor ontvangen mensen die voornamelijk inkomen hebben in box 2 of 3 een lagere korting op de te betalen belasting. Deze maatregel wordt ingevoerd per 2025.

Buitenlandse werknemers: 30%-regeling beperken tot Balkenende-norm
Werknemers die vanuit een ander land naar Nederland komen om te werken kunnen dankzij de 30%-regeling maximaal 30% van hun loon onbelast ontvangen. De regeling geldt per 2025 nog tot maximaal de Wet Normering Topinkomens-norm (2022: € 216.000). Er komt een overgangsregeling met een ingroeipad van drie jaar.

Algemeen tarief overdrachtsbelasting van 9% naar 10,1%
Het algemene tarief van de overdrachtsbelasting wordt verhoogd van 9% naar 10,1%. Dit tarief geldt niet voor de verkrijging van woningen door mensen die deze zelf langdurig gaan bewonen. Deze tariefsverhoging geldt met name voor verkrijgingen van niet-woningen en voor verkrijgingen van woningen door rechtspersonen en natuurlijke personen die niet zelf (anders dan tijdelijk) de woningen als hoofdverblijf gebruiken. Deze maatregel komt bovenop de verhoging uit het coalitieakkoord van 8% naar 9%.

Terugdraaien verhoging ouderenkorting
De voorgenomen verhoging van de ouderenkorting in de inkomstenbelasting met € 376 gaat niet door. Dit raakt ouderen met (hoge) middeninkomens, maar niet de laagste inkomens (zij verzilveren de ouderenkorting niet) en de hoogste inkomens (zij hebben geen recht op ouderenkorting).

Afschaffen Fiscale oudedagsreserve (FOR)
Het kabinet heeft het voornemen om vanaf 2023 de opbouw van de fiscale oudedagsreserve (FOR) te stoppen. Dit voorstel is ook opgenomen in de voorjaarsnota.

De fiscale oudedagsreserve is een faciliteit voor IB ondernemers. Deze kunnen elk jaar een deel van de winst reserveren voor hun oude dag. Over dit deel van de winst hoeft dan dat jaar geen belasting te worden betaald. Voor het jaar 2022 is de FOR 9,44% van de winst met een maximum van € 9.632. Over de gereserveerde FOR moet u op een gegeven moment wel belasting betalen. Meestal is dit bij het einde van uw onderneming. Maar u kunt ook tussentijds een of meer lijfrentes kopen die u op de FOR kunt afboeken. De FOR betekent dus in feite uitstel van betaling over een deel van de winst.

Onbelaste reiskostenvergoeding per 2023 verhoogd
De verhoging van de onbelaste reiskostenvergoeding wordt met een jaar versneld. De vergoeding gaat per 1 januari 2023 naar € 0,21. Controleer daarom tijdig hoe de reiskostenvergoeding in de arbeidsovereenkomsten van uw werknemers is gedefinieerd: Bijvoorbeeld als een vast bedrag van € 0,19 of als de maximaal fiscaal toegestane onbelaste reiskostenvergoeding.